Het afsluiten van een basisverzekering is verplicht voor iedereen die in Nederland woont en als ingezetene wordt beschouwd. Deze verplichting komt voort uit de Zorgverzekeringswet en kan afhankelijk van de situatie ook van toepassing zijn op niet-ingezetenen. Iedereen die de basisverzekering verplicht heeft afgesloten, valt eveneens onder de strekking van de Wet langdurige zorg. Overigens zijn er net als bij andere wetten en regelgeving verschillende uitzonderingen op de situatie. De uitzonderingen zijn opgenomen in de beperkingen van de kring der verzekerden bij Koninklijk Besluit 746. Zo zijn onder meer de volgende personen verplicht om een zorgverzekering af te sluiten.

Het gaat om personen die werkzaamheden slechts tijdelijk stopzetten in Nederland, maar ook om ambtenaren die in het buitenland werken. Voor de laatste situatie geldt dat ook voor gezinsleden als deze zelf niet werkzaam zijn in het buitenland. Indien werknemers in dienst zijn van een Nederlands bedrijf en in het buitenland werken met een beroep op het gebied van vliegen, rijden of varen geldt eveneens de verzekering als verplichting. Dat is eveneens van toepassing bij gezinsleden van Nederlandse werknemers die op een boot varen. De zorgverzekering blijft verplicht voor studenten en stagairs met een leeftijd beneden de 30 jaar die op tijdelijke basis in het buitenland verblijven en daar niet werken. Vreemdelingen die in afwachting zijn op een besluit van voortgezette toelating of rechtmatig verblijf dienen eveneens een zorgverzekering af te sluiten, Dat geldt ook voor degenen die een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd hebben. De basisverzekering is verder verplicht voor buitenlanders die in Nederland werken of in Nederland winst uit onderneming genieten. Ook indien de buitenlanders buiten Nederland wonen.

Er zijn ook personen die geen basisverzekering af hoeven te sluiten. Het gaat hierbij om personen die in actieve militaire dienst zijn. Dan is er nog een groep waarvoor de zorgverzekering niet verplicht is. Dat zijn de personen die in verband met een geloofsovertuiging of levensovertuiging aantoonbaar bezwaar hebben tegen een verzekering. Er is voor deze laatste groep aparte regelgeving van toepassing.