Personen die een basisverzekering hebben, kunnen met een rekening van het eigen risico geconfronteerd worden die betrekking heeft op het kalenderjaar ervoor. Dat terwijl de behandeling in het huidige kalenderjaar is geweest. Dat lijkt natuurlijk wat vreemd en kan dan ook vragen oproepen, maar toch is het mogelijk. Het hangt namelijk af van de datum waarop de behandeling voor het eerste is gestart. Als dat in 2017 is geweest, maar in 2018 is er nog sprake van een vervolgbehandeling wordt het eigen risico van 2017 aangesproken.

Er wordt altijd een startdatum genomen voor de behandeling in een ziekenhuis. Op die datum wordt er een diagnose behandeling combinatie geopend. Het behandeltraject gaat dan van start, waarbij het soort behandeling overigens weinig uitmaakt. Dat kan een consult zijn, maar ook een behandeling of een onderzoek. Een poliklinische behandeling ofwel een conservatieve behandeling wordt gesloten na 90 dagen. Er dient een bedrag aan eigen risico te worden betaald voor het betreffende jaar, waarin de startdatum is opgenomen. De rekening daarvan wordt naar de verzekerde gevonden nadat de diagnose behandeling combinatie afgekort tot dbc is afgesloten. Hierop is een uitzondering en dat is als er sprake is van een niet-klinisch subtraject met een operatieve behandeling. Dan vindt de sluiting plaats na 42 dagen nadat de ingreep is geweest.

Er kan sprake zijn van een doorlopende behandeling en in dat geval wordt de dbc na 120 dagen afgesloten en wordt er een nieuwe dcs op dag 121 geopend. Dat voorkomt dat verzekerden te lang in het ongewisse blijven over het bedrag van eigen risico dat moet worden betaald. Dit proces gaat overigens steeds door. Dus als een patiƫnt na 240 dagen nog vervolgbehandelingen moet ondergaan, wordt de dbc afgesloten en weer een nieuw dbc geopend. Indien een verzekerde vragen heeft over de kosten of over een factuur met betrekking tot het eigen risico kan altijd contact worden opgenomen met de zorgverzekeraar. Het is ook mogelijk om in het ziekenhuis navraag te doen ten aanzien van de kosten van het eigen risico.

Het eigen risico bestaat uit een wettelijk verplicht bedrag dat jaarlijks door de overheid vastgesteld wordt. In 2018 is het bedrag 385 euro en daarmee is er ten opzichte van het vorige jaar geen sprake van een verhoging. Voor een groot aantal zorgkosten dient het eigen risico aangesproken te worden, maar er zijn ook uitzonderingen. Een consult bij een huisarts valt hier namelijk niet onder. Een verblijf in het ziekenhuis echter weer wel. Mocht het bedrag van het eigen risico al volledig zijn betaald dan hoeft de verzekerde niet meer zelf een bedrag te betalen als er zorg wordt gebruikt behalve als daarvoor een eigen bijdrage van toepassing is. De zorgverzekeraar betaalt als het eigen risicobedrag is opgebruikt de kosten met uitzondering van de eigen bijdrage. Er wordt altijd een mogelijkheid geboden om het eigen risico zelf te verhogen tot maximaal een bedrag van 500 euro. Dat betekent dat de verzekerde ervoor kan kiezen om in een kalenderjaar het risico te nemen op een eigen risico van 385 euro en 500 euro en dat komt uit op een totaal van 885 euro. Dat is een fors risico en vooral niet aan te raden als de verwachting bestaat dat mogelijk een beroep gedaan moet worden op de medische zorg. Indien dat niet de verwachting is en men heeft zelf geld achter de hand om het hoge eigen risico op te vangen dan kan voor deze optie gekozen worden. Het brengt namelijk ook een groot voordeel in de vorm van een korting op een premie op de zorgverzekering met zich mee. Dat is dus het aantrekkelijke aspect van de verhoging.