De inkomensafhankelijke bijdrage bestaat uit twee onderdelen. Er is een eigen bijdrage voor de Zwv en een inkomensafhankelijke premie voor de Wlz. Dat is de bijdrage voor langdurige zorg. Deze bijdragen worden geïnd door de Belastingdienst. De inkomensafhankelijke bijdrage komt voort uit het sociale zekerheidsstelsel, waarbij er door personen met hogere inkomens een hogere bijdrage wordt betaald dan door personen met lagere inkomens. De bijdrage wordt gebruikt voor de financiering van de curatieve zorg en langdurige zorg. Ieder jaar worden de percentages en maximale bedragen opnieuw vastgesteld. Voor 2018 is de inkomensafhankelijke bijdrage Zwv in de vorm van de werkgeversheffing 6,90 procent. Voor gepensioneerden en ondernemers geldt een lager percentage van 5,65 procent. De inkomensafhankelijke bijdrage Wlz is in 2018 9,65 procent. Er is een maximum bijdrage inkomen van toepassing voor de Zwv.
De inkomensafhankelijke bijdrage Zwv is een verplichte bedrag dat de Belastingdienst int. Dat kan doordat de werkgever de bijdrage inhoudt op het loon en afdraagt of doordat een ondernemer hiervoor zelf aangifte doet. De bijdrage wordt vastgesteld op basis van het zogenoemde bijdrage-inkomen. Er wordt naar het totaal gekeken, zoals naar het salaris, pensioen, uitkering, winst uit onderneming en inkomsten uit overig werk. Voor de bijdrage Wet langdurige zorg wordt een premie berekend van 9,65 procent van het belastbaar inkomen. Hieraan is ook een maximum gesteld aan het bijdrage inkomen. Deze premie wordt via het inkomen aan de Belastingdienst betaald.