Het eigen risico is gekoppeld aan de basisverzekering. Er is een verplicht eigen risico en voor het jaar 2018 is dat bedrag op 385 euro vastgesteld. Daarnaast is er een optie om het eigen risico vrijwillig hoger vast te zetten. Het verplichte deel dient te worden betaald als er gebruik wordt gemaakt van zorg waarvoor het eigen risico van toepassing is. Hierdoor worden verzekerden zich meer bewust van het feit dat zorg nu eenmaal geld kost. Dat bewustzijn is er overigens ook doordat er maandelijks een premie voor de zorgverzekering moet worden betaald. Daarnaast is het verplichte eigen risicobedrag ingevoerd om de zorgkosten in Nederland meer beheersbaar te maken.

Als er gebruik wordt gemaakt van zorg, waarop het zorgrisico van toepassing is, dient de verzekerde zelf een bedrag te betalen. Als het eigen risico op is, vergoedt de zorgverzekeraar de zorgkosten. Het is echter niet zo dat overal het zorgrisico van toepassing is. Een bezoek aan de huisarts is daarvoor bijvoorbeeld vrijgesteld. Er zijn wel veel andere zorgkosten waarop het zorgrisico wordt toegepast. Het gaat dan onder meer om verblijf in het ziekenhuis, verpleeghuis of in een behandelkliniek. Ook voor specialistische zorg, zoals controles, consulten, onderzoeken, behandelingen en ingrepen worden onder het zorgrisico geschaard. Indien er medicijnen zijn voorgeschreven door de huisarts of specialist is het eigen risico eveneens van toepassing net als voor ambulancevervoer als het gaat om spoedeisend ziekenvervoer. Verder dient er met het betalen van geld door de verzekerde rekening te worden gehouden als er sprake is van paramedische zorg. Daarbij kan gedacht worden aan logopedie of fysiotherapie vanuit de basisverzekering. Voor diverse hulpmiddelen dient het eigen risico eveneens te worden aangesproken. Bijvoorbeeld bij de aanschaf van krukken, kunstgebit of gehoorapparaat. Elk kalenderjaar wordt er weer opnieuw gestart met het eigen risico.

Het is van belang om naar de startdatum van de behandeling in het ziekenhuis te kijken, want die is bepalend voor de factuur. Indien de behandeling in 2018 start wordt van dat jaar het eigen risico aangesproken ook al is er een vervolgbehandeling gepland voor 2019. Daarop is er wel een uitzondering. Dat is als na 120 dagen na de startdatum de behandeling nog doorloopt. Er wordt dan doorgaans een factuur opgemaakt die tussentijds wordt verstrekt, zodat duidelijk is wat de verzekerde zelf dient te bepalen. Als de 120 dagen voorbij zijn, krijgt de verzekerde de rekening en wordt opnieuw een traject gestart op de dag erna indien er nog verdere behandelingen nodig zijn. Als er sprake is van een poliklinische behandeling dan geldt dat er sprake is van een looptijd van 90 dagen.

Voor een huisartsconsult hoeft geen eigen risico aangesproken te worden. Dat is ook van toepassing voor verloskundige zorg en kraamzorg. Hiervoor geldt wel een eigen bijdrage als er sprake is van kraamzorg en voor een ziekenhuisbevalling zonder dat er een medische noodzaak is. Voor hulpmiddelen in bruikleen hoeft er niet zelf via het eigen risico een bedrag betaald te worden net als voor zorg voor kinderen onder de 18 jaar. Indien er zorg vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning wordt verleend of vanuit de Wet langdurig zorg dan geldt het eigen risico evenmin. Ook hoeft er geen eigen risico aangesproken te worden als er sprake is van medische zorg die verleend wordt vanuit de aanvullende zorgverzekering.

Er is een optie voor het verhogen van het eigen risico door er vrijwillig voor te kiezen. Dat kan tot maximaal een vrijwillig bedrag van 500 euro. Er kan ook voor een verhoging van 100 euro of van 300 euro worden gekozen. Er wordt bij elk bedrag een korting op de premie van de zorgverzekering verleend en die wordt hoger naarmate het bedrag van het vrijwillig eigen risico toeneemt. Dat brengt wel een nadeel met zich mee en dat is dat er een hoge bedrag moet worden betaald als er zorg wordt afgenomen en het bedrag van het verplichte eigen risico al aangesproken is.